De lessen die je van de dingen leert

Inmiddels passeerden we in huize Lege Witte Kamer de toch wel iets magische grens van 2.000 voorwerpen die het huis verlieten.  Tegelijkertijd kwamen er ook weer bijna 1.000 voorwerpen binnen, en daar vallen wat lessen uit te leren. Die deel ik graag met je;-).

1. Een duizendje minder doet niks
Nou ja, da’s niet helemaal waar. De tweeduizend voorwerpen die ons huis verlaten hebben maken wel degelijk verschil. Het huis oogt rustiger en we hebben een stuk minder wat om onderhoud roept. Ook is het goed om alles een keer in je handen gehad te hebben. Ik heb oude correspondentie opgeruimd, al mijn boeken gewikt en gewogen, alle kleding en prullaria doorgevlooid. Ik schreef al eens eerder over de Marie Kondo methode, en dat zij vindt dat bezit vooral gaat over wie je was. Afscheid nemen van je spullen biedt je ook de ruimte om oude verhalen en ideeën over jezelf los te laten.

Tegelijkertijd zwerven er, ondanks dat we zoveel weggedaan hebben, nog steeds dingen rond en klonteren samen op eettafel, aanrecht en vensterbank. En nu schijnt een gemiddeld Amerikaans huishouden plusminus 300.000 voorwerpen te bevatten. Al zal het in Nederland vast een stuk minder zijn per huishouden, toch kan er vast nog een heleboel weg.

2. Je moet het op je eigen tempo doen
Wat een open deur he. Maar toch merk ik het ook in de praktijk steeds opnieuw. Over de jaren is mijn bibliotheek gekrompen van 8 Billy boekenkasten naar 2. Toch stond ik laatst op mijn werkkamer en pikte daar weer zo’n 30 boeken uit de kast waar ik eerder kennelijk geen afstand van kon nemen. De 3.000 voorwerpen-grens is dus ook maar een kwestie van tijd.
Zeker omdat mijn echtgenote ook aan het ontspullen is. Met boekenkasten tegelijk, met tassen vol kleding, met zakken vol spulletjes. En dat is te gek, want geloof me, als je zelf aan het ontspullen bent kunnen de spullen van je huisgenoten je een doorn in het oog zijn. En toch kun je een ander niet dwingen te ontspullen. Iedereen moet daarin eigen keuzes maken. Mijn lief heeft zelf gemerkt dat  een leger huis een stuk prettiger is en gaat in haar eigen tempo haar spullen door. Hulde dus, vooral ook omdat wegdoen keuzes maken is en ze eraan toe is om die keuzes te maken!

3. hoe komen er in godsnaam dan toch weer 1.000 dingen binnen?
Je hebt iets en dat doet het. Dan doet het op een dag datgene niet meer. Dus je vervangt het: je sokken, je wandelschoenen, de DVD-speler, de externe harde schijf voor backups, het ondergoed, een kapot gevallen bord. De officiële term heet vervangingsaankoop en het is de meest onbevredigende soort aankoop die je je maar kunt voorstellen.

Een andere categorie die aantikt: je schoonouders die hun hele platencollectie wegdoen. Maar dan heb je ook wat, in elk geval veel Beatles, Cohen en Dylan:-).

En een kind, dat staat ook gelijk aan heel veel spullen.

En af en toe een Legosetje, ook dat.

4. dingen kunnen ook een afleidingsmanoeuvre zijn
Ik eindigde het afgelopen jaar vermoeid. Te lang teveel dingen door elkaar gedaan, en dat niet onder ogen willen zien. Totdat ik met Kerst twee weken vrij was en ineens ziek werd. Daar lag ik op bed, in mijn minimalistische slaapkamer, waarover ik me zo druk had gemaakt dat er teveel zooi rondslingerde. En ik besefte me dat juist die momenten dat ik me heel druk gemaakt had over rommel en spullen, eigenlijk vooral gingen over andere drukte. En dat spullen makkelijk zijn in de zin dat je daar grip op kunt hebben, dat weggooien of nieuw kopen ook een manier van controle uitoefenen is.
En het is dus prima om spullen weg te doen, het is prima soms spullen te kopen, maar laat het je niet afleiden van de echte vragen en kwesties in je leven.

Wat leer jij van je spullen, of van het wegdoen? Ben benieuwd;-)

De beste opruim-oneliner ooit

minimalisme is ook vooral heel veel weggooien

Mijn eerste kennismaking met minimalisme verliep eigenlijk via Marie Kondo. Haar boek, Opgeruimd, kwam op een moment dat ik op zoek was naar rust en orde, en hielp me om meer ruimte te scheppen in mijn huis en daardoor ook in mijn hoofd. Ik was dan ook heel blij dat ik van uitgeverij Kosmos een exemplaar van De kunst van het weggooien kreeg. De schrijfster, Nagisa Tatsumi, is een inspiratiebron geweest voor Marie Kondo. Maar – en zie het maar als zo’n Japanse vechtfilmshowdown – hoe verhouden meester en discipel zich tot elkaar?

Enquête versus surrealisme, 0-1
Tatsumi komt niet geweldig uit de startblokken, dat mag gezegd worden. De introductie van haar boek vertelt over een weinig spannende enquête die ze gehouden heeft onder een vrij homogene groep grootstedelingen, en weet daar in bijna twintig pagina’s weinig relevants over te zeggen. Bottomline: mannen hebben het meest moeite met boeken wegdoen, vrouwen met kleding wegdoen. Daarnaast zien zowel mannen als vrouwen weggooien als de beste oplossing, maar mannen vinden een groter huis kopen ook een alternatief, terwijl vrouwen hun heil ook zoeken bij opbergmethodes.

Kondo doet dat beter. Ze vertelt surrealistische verhalen over het stiekem weggooien van spullen van familieleden, en komt tot de conclusie dat je dat beter niet kunt doen. Of over hoe ze als klein Kondootje al sleepte met vuilniszakken met spullen, geïnspireerd door Tatsumi dus. Waar je bij Kondo soms denkt dat haar verhaal een briljante satire is, valt er bij Tatsumi weinig te lachen. Haar boek is zakelijk, weinig persoonlijk, en misschien in die zin niet westers genoeg (in Japan werden er meer dan 2 miljoen exemplaren van haar boek verkocht, dus daar heeft het zeker wel de juiste toon).

Slogan versus slogan, 0-2
Does it spark joy?, vraagt Kondo. Haar hele boek in 4 woorden. Tatsumi: Word je bewust van wat je tot nu toe onbewust deed, en maak een weloverwogen omgang met spullen tot een vast onderdeel van je levensstijl. Volgens mij hoef ik weinig toe te voegen over wat catchy is en wat niet….

Totalkrieg versus guerrilla-oorlog, 1-3
Maar dan de inhoud! Ik schreef al eens over de lessen die ik van Kondo geleerd heb, en wat vooral als zinnig blijft staan: pak dingen per categorie aan. Als je de Kondo-methode serieus toepast, dan werkt dat als een soort Totalkrieg op je huishouden. Het kan een behoorlijke reset zijn, en dat is echt heel waardevol. Aan de andere kant lijkt Tatsumi er meer van uit te gaan dat je relatie met je bezit een soort guerrilla-oorlog is. Continu komen dingen je huis binnen en nestelen zich op je eettafel, in je koelkast, je bureaula, je leesstapel, enzovoort. In haar boek toont ze je 10 denkfouten die we maken in relatie tot spullen, en daarbij passende strategieën. Daarnaast geeft ze tips over verschillende soorten weggooien. Hierin toont zich dan wel de waarde van het boek, daarom voor allebei een punt op de inhoud.

Epiloog
Het stof daalt neer, en de discipel heeft haar meester verslagen. Kondo is de kawaii-koningin van het Youtube t-shirt vouwen, Tatsumi de onpersoonlijke professional. ‘Dit sparkt pas joy’, zegt Kondo en tilt de gouden opruimbeker boven haar hoofd. ‘Ach’, zegt Tatsumi, ‘als je dood bent wordt alles afval (zie pag. 71).’ Bam! Beste opruim-oneliner ooit! En de jury komt en grist de beker uit de handen van Kondo. Tatsumi wint in de overtime!

De kunst van het weggooien – Nagisa Tatsumi. Uitgeverij Kosmos, 17,99 euro.

Dag dingen – 7 inzichten over Marie Kondo en alles wat weg kan

Vorig jaar, lang voor ik aan deze lege witte kamer begon, schreef ik al over ontspullen op mijn andere website. Daarin noemde ik ook de ‘Dag de dingen’-excellijst, waarin mijn vrouw en ik bijhouden wat we wegdoen, maar ook wat er binnenkomt. Omdat we deze maand ongeveer een jaar bezig zijn met bijhouden, wilde ik wat inzichten delen uit een jaar (ont)spullen.

1. Bezit is een stroom

Het afgelopen jaar verlieten 1200 dingen ons huis, en 504 dingen kwamen ons huis binnen. Het is een grosso modo uitspraak: aan de ene kant kan een ding op de Excellijst dat wegging bijvoorbeeld 43 gebrande cd’s zijn, aan de andere kant kwam als een ding 3 maillots binnen. Exacter dus om te zeggen: we deden 1200 keer wat weg, en er kwam ruim 500 keer wat binnen. Ons bezit is dus een stroom aan dingen die ons leven in en weer uit gaan.

2. Bezit is iets wat je deelt

Het afgelopen jaar kregen we meer dan 150 dingen. Het grootste deel daarvan was voor onze dochter, maar al met al waren het nogal wat dingen. Zelf gaven we ongeveer 120 dingen weer door aan vrienden en familie. 145 dingen belandden bij het vuilnis, maar meer dan 80% kwam via doorgeven, verkoop en kringloop toch weer bij andere mensen terecht.

3. Bezit is ook maar wat de gek ervoor geeft

Marie Kondo, de Japanse opruimgoeroe, zegt in haar boek dat je het beste alles rücksichtslos weg kunt gooien. Wij hebben dat als nuchtere Hollanders genegeerd, en ook een heleboel dingen verkocht. Ik kan het je in die zin aanraden dat het een aardige zakcent oplevert. Maar de keerzijde is dat verkopen, bijvoorbeeld via Marktplaats, stomvervelend is, want regelwerk. Bovendien is het soms ontgoochelend om te zien dat de dingen die jij zelf hoog in waarde schatte, of waar je veel geld voor had betaald, geen koper vinden.

4. Plaatjes draaien is toch het leukst

Ik las van de week het boek How to become a minimalist van Bekka Thomas. Zij vertelt daarin hoe ze zowat alles wat ze heeft digitaliseert, van muziek tot films en boeken. Zelf zijn we daar niet zo van (al hebben we bijvoorbeeld wel de administratie gedigitaliseerd). We waarderen vooral de schoonheid van boeken, lp’s en cd’s en houden ervan om fysiek een album op te zetten. Wel hebben we ook echt keuzes gemaakt: wat gaan we nou echt nog kijken, luisteren en lezen?  Het afgelopen jaar hebben we 3 boekenkasten vol boeken weggedaan, honderden cd’s en ongeveer 100 lp’s. Wat we hebben, is veel meer wat we echt willen hebben.

5. Wat je wilt houden is veranderlijk

Als je na een tijdje opnieuw kijkt,  kan er vaak nog meer weg. Marie Kondo raadt aan om op te ruimen per categorie. Dus al je kleding tegelijk, al je boeken, je keukenspullen, enzovoort. We hebben dat advies gevolgd, en waren er enthousiast over. Kondo hanteert vooral als criterium of je nog blij wordt van iets. In het geval van mijn kleding kon er vrij veel weg, maar toen ik een half jaar later nog een keer keek kon ik alsnog zo’n 20 kledingstukken en 2 paar schoenen wegdoen. Ik zou je dan ook aanraden om je spullen eens in de zoveel tijd opnieuw na te lopen.

6. Wat weg is, mis je zelden

Een muts speciaal gehaakt om er een koptelefoon in te kunnen dragen, een Oranje Kruisboekje uit 1927, de magnetron, een set western-speelgoedhuisjes. Geen moment gemist. Als ik de lijst van afgelopen jaar doorkijk verbaas ik me over wat ik allemaal weggedaan heb. Had ik dat echt allemaal? Het enige waar ik spijt van heb is dat ik mijn Framus Telecaster ooit verkocht heb. En ik bewaar twee woestijnbrillen omdat ik bang ben dat ik er spijt van krijg als ik ze wegdoe;-).

7. Je bent niet wat je was

Omdat ik geen jogger meer ben, konden de hardloopschoenen weg. Omdat ik niet meer vind dat ik meerdere instrumenten hoef te beheersen kon de mandoline weg. Omdat ik steeds minder indruk hoef te maken met alles wat ik bezit, hoef ik niet zo veel meer te bezitten.

Wat leer jij van dingen weg doen?

Afscheid nemen van wat je niet helpt

Vorige week schreef ik over consumentisme en consumptisme, twee begrippen die op elkaar lijken maar toch fundamenteel verschillen. Deze week wilde ik eens met je gaan kijken naar ontspullen en minimalisme. Twee begrippen die ook op elkaar lijken maar, alweer, nogal verschillen.

Wat je vreugde brengt
Op dit moment is ontspullen nogal een ding. Het wegdoen van de dingen die je niet (meer) nodig hebt in je leven. Sinds het verschijnen van het boek ‘Opgeruimd’ van Marie Kondo in 2015 zijn nogal wat mensen ermee bezig (er zijn wereldwijd al meer dan vier miljoen exemplaren van verkocht). Kondo heeft nogal wat tips die mij bij tijd en wijle er aan deden twijfelen of haar boek niet een satire betrof. Zo moet je T-shirts zijdelings in hun lade leggen en niet bovenop elkaar gestapeld omdat ze zich dan niet prettig voelen, en mag je sokken absoluut niet in een bal oprollen en in je sokkenlade doen.

Totdat je in dat bij vlagen absurdistische verhaal van haar stuit op een paar goede stelregels: pak alles, elk voorwerp, vast en vraag je af of het je vreugde brengt (does it spark joy?). Dat is oprecht een goede vraag om te stellen bij je bezittingen. En: alles wat je nu hebt zegt vooral iets over wie je was. Als je dingen wegdoet, ontstaat er ruimte in je leven voor wie je wilt worden. Bij dat laatste lijkt in elk geval een overlap te zitten met minimalisme. Blogster Sarah Anne Hayes legt op nosidebar.com heel mooi uit waar hem de kneep zit: dat ontspullen meer een actie is, en dat minimalisme een levensstijl is.

Weg met de afleiding
Dat klinkt natuurlijk top, minimalisme als levensstijl. Maar dan nog blijft de vraag: wat is nou precies minimalisme?
Er zijn twee definities die ik graag met je deel. De eerste is van becomingminimalist.com:

“Minimalism is the intentional promotion of the things we most value and the removal of everything that distracts us from it.”

De tweede is van theminimalists.com:

“Minimalism is a tool to rid yourself of life’s excess in favor of focusing on what’s important—so you can find happiness, fulfillment, and freedom.”

In de kern: afscheid nemen van die dingen die je ervan weerhouden de dingen te doen die je belangrijk of waardevol vindt. En dat gaat verder dan alleen je spullen. Joshua Fields Millburn & Ryan Nicodemus, de mannen achter the minimalists, zijn geloof ik een beetje de supersterren van het minimalisme met meer dan vier miljoen volgers. Ze passen, en dat is waar minimalisme ook echt een levensstijl wordt, hun loslaten en focussen ook toe op bijvoorbeeld relaties, werk en wonen. Waarom omgaan met mensen die je niet steunen in wat jij belangrijk vindt, waarom een groot huis hebben als je maar drie kamers nodig hebt? En waarom een 36-urige werkweek aanhouden als je met  24 uur ook genoeg hebt? In hun podcasts (te volgen via hun website of iTunes) gaan ze op een essayistische manier op minimalisme in. Wat mij erg aanspreekt bij de tweede definitie is de belangrijke toevoeging dat minimalisme een middel is, geen doel. Dat lijkt me een goede anti-extremisme check.

Vroeg minimalisme
Zelf ben ik denk ik in een vroeg stadium van minimalisme; ik ben behoorlijk ontspuld, maar op gebied van werk, wonen en relaties nog niet heel erg dingen aan het afstoten. Daarbij speelt vooral dat ik in een fase zit van ontdekken wat ik wel en niet wil, wat ik wel en niet waardevol vind. Toch merk ik wel dat er al dingen verschuiven. Zo ging ik vroeger heel lang door met dingen op pure wilskracht, zonder dat ik nog plezier had in wat ik deed. Nu stap ik eerder uit als ik zie dat een project of idee me geen vreugde brengt. Daarmee ben ik er allemaal nog niet, ik heb echt geen idee waar ik al die ruimte voor maak. Misschien wel om helemaal niets te willen. Ook dat zou ik acceptabel vinden, al denk ik dat ik gewoon door moet gaan en dat het waardevolle zich wel aandient;-).

En jij? waar ben jij op de schaal van minimalisme? Voorzichtig een laatje aan het opruimen? Of al deeltijd aan het werken om je eigen reikipraktijk op te bouwen? Ik ben benieuwd!